De grote tramremise ‘De Hallen’ in Amsterdam wordt momenteel gerestaureerd en herbestemd. Eind november 2014 is het complex omgetoverd tot centrum voor media, cultuur, mode en ambachten.
Rasechte Amsterdammer
Hoewel Martin de Waal al 22 jaar projecten begeleidt bij het West-Friese Bouwbedrijf M.J. de Nijs en Zonen BV in Warmenhuizen, blijft hij een Amsterdammer. De restauratie en herbestemming van De Hallen aan het Bellamyplein in Amsterdam was dan ook echt een project voor hem. “Vroeger kwam ik elke dag, als ik naar de HTS fietste, langs dit industriële complex. Dus ik heb er een band mee. Dat de remise lange tijd leeg stond en verloederde was triest om te zien”, zo vertelt De Waal.
Van paardentramremise tot krakershol
De rijksmonumentale tramremise ‘De Hallen’ in Amsterdam werd tussen 1901 en 1914 net buiten het toenmalige centrum van Amsterdam gebouwd, aan de huidige Tollensstraat en het Bellamyplein. In 1901 werd eerst een remise voor de paardentram gebouwd. Toen de paardentram werd opgevolgd door een gemotoriseerde tram, was een flinke uitbreiding noodzakelijk. Aan het begin van de 21e eeuw kwam de remise leeg te staan. Al snel werd het grote complex in gebruik genomen door krakers. Verschillende ontwikkelaars bedachten in de afgelopen 10 jaar tevergeefs nieuwe bestemmingen voor De Hallen. Pas zo’n drie jaar geleden lukte het een aantal partijen om een plan te bedenken, waar gemeente en omwonenden zich in konden vinden. Initiatiefnemer architect André van Stigt projecteerde in het grote complex een variëteit van functies: een hotel, restaurant, café, bibliotheek, fietsenstalling, filmtheater, TV-studio’s, kinderopvang en veel kleine bedrijven. De Stichting Tramremise Ontwikkelings Maatschappij (TROM) is opdrachtgever en zal in de toekomst het complex beheren en onderhouden.
Restauratie van de buitenschil
De Waal: “Toen de bouwplannen eenmaal rond waren, is de gemeente weken bezig geweest met met het leeghalen van het complex. De krakers hadden er een soort vrijstaat van gemaakt. De eerste bezichtiging, net voor de kerst van 2012, staat me nog helder voor de geest. Het was ijskoud, de gebouwen verkeerden in deplorabele staat en de muren zaten vol met graffity. Kortom, het was erg deprimerend. In een bouwcombinatie met Strukton zijn we in januari 2013 gestart met dit 2-jaar durende bouwproject. Als erkend restauratie bouwbedrijf (ERB) hebben wij ons gericht op de casco restauratie van de buitenschil. De monumentale gevels zijn gereinigd, graffity is weggehaald, scheuren zijn hersteld en er heeft veel voeg- en inboetwerk plaatsgevonden. De Polonceau spanten (zie kader volgende pagina), bestaande uit grenen en staal, zijn gereinigd. De stalen delen zijn licht aangestraald met zand. Het grenen dakbeschot is met stoom schoongemaakt. De daken waren flink vervuild, maar constructief in verrassend goede staat”.
Herbestemmen: wat doe je en wat laat je?
De herbestemming van het complex betekent dat er nieuwe functionaliteiten moeten worden aangebracht. Iedere aanpassing van het monument leidt tot een aantasting ervan. Hoe ver kan en mag je gaan, is steeds weer de vraag. Restauratiebedrijven hebben inmiddels veel ervaring opgedaan met dit soort herbestemmingsvraagstukken. De Waal: “Het complex was niet geïsoleerd en de glaskappen beslaan maar liefst één kilometer in lengte. Voor de nieuwe functionaliteiten was het aanbrengen van zon-, geluid- en warmtewerend glas in de daken dan ook een must. Er is gekozen voor de toepassing van moderne materialen binnen de authentieke detaillering. Het resultaat is zonder meer monumentwaardig te noemen. Bij de bouw van de parkeergarage onder De Hallen is, onder de bestaande fundering, een aanvullende nieuwe fundering aangebracht. Optimaal behoud van het oorspronkelijke bouwwerk dus. Verdergaande bouwingrepen zijn reversibel uitgevoerd. De hotelkamers bijvoorbeeld bestaan uit units, die in de hal zijn geplaatst, een doosin- doos zogezegd”.
Mooi eindresultaat
Nog een paar maanden en dan sluit De Waal dit project, dat al gedeeltelijk is opgeleverd, definitief af. Een bijzonder project voor deze geboren Amsterdammer. “Jarenlang zag ik het gebouw verloederen en bij de eerste opname voor de bouw had ik er een hard hoofd in. Maar het is toch gelukt om De Hallen geschikt te maken voor nieuw gebruik. Met moderne technieken en duurzame ingrepen is een fantastisch resultaat bereikt”. Dit is het 33e artikel in een serie waarin leden van de Vakgroep Restauratie, branchevereniging van erkende restauratie bouwbedrijven, vertellen over bijzondere facetten van hun werk.