Met beitel en zaag, maar karnemelk kan ook
Met een beitel en een zaag met widiatanden maakt Jan Stam één voor één de tegels los, om deze buiten schoon te kunnen maken. ‘Maar het kan ook met karnemelk,’ vertelt hij. ‘Dat lost de roggebloem op waarmee vroeger, samen met zand, water en schelpkalk, een mortel werd gemaakt. Cement kende men nog niet.’
Aan beide kanten van de schouw zitten meer dan veertig tegels. Ze zijn vrijwel meteen na de bouw van de boerderij, in 1780, geplaatst. ‘Eerst de tegels met de cupido’s,’ zegt uitvoerder Jan Stam. ‘Daarna die met een Bijbels beeld, zoals deze waarop de doop van Johannes staat afgebeeld of deze waar Jezus over het water loopt.’ Hij voegt er gelijk wat Bijbelexegese aan toe. ‘Natuurlijk liep hij niet echt over het water. Water stond voor de dood. Door er over heen te lopen werd Christus’ overwinning op de dood verbeeld.’
Nieuw leven
Al ruim veertig jaar zit Stam in het vak en al die tijd is hij, zoals hij het zelf aangeeft ‘bezig met dit soort mooie restauratieprojecten.’ De tegels maken onderdeel uit van de langhuisboerderij Ravenstein op Landgoed Groeneveld, nabij Kasteel Groeneveld in Baarn. De boerderij begint aan een tweede leven: een biologisch boerenbedrijf, waarvan de producten in eigen winkel te koop zijn. Restauratiebouwbedrijf Van der Meij, lid van Vakgroep Restauratie en ERB gecertificeerd (Erkend Restauratie Bouwbedrijf), is gespecialiseerd in dit soort restauraties. Directeur Frans van der Meij toont de enorme stal die vroeger onderdak bood aan koeien en nu de winkel wordt. De nieuwe eigenaar, de familie Tupker, gaat voor en boven deze stal wonen. Ernaast verrijst een nieuw onderkomen voor hun zestig tot zeventig koeien. Eén hoek van de stal blijft zoals die is. ‘Dit gebeurt op verzoek van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed om te laten zien hoe het vroeger was,’ aldus Frans van der Meij. ‘Aan de voerbak wordt niets gedaan. De oude mestgoot voorzien we van nieuwe eikenhouten deksels en de standvinken (houten pilaren die bovenaan vorkvormig eindigen) worden onderaan aangeheeld. Verderop storten we een betonnen winkelvloer. Dit is noodzakelijk, ook al is het beton van veel recentere datum dan de boerderij zelf.’ (zie ook kader). Het voorhuis krijgt een verdieping voor de slaapkamers, een douche en een toilet.
Slechte drempels
De vroegere koedeuren worden gerestaureerd dan wel vervangen. Ditzelfde geldt voor de in slechte staat verkerende drempels, die veel geleden hebben onder de koeienstront en urine. Aan de binnenzijde zijn achter de deuren glazen draaikiepdeuren aangebracht, waardoor de winkel voldoende daglicht ontvangt. Ook zijn alle kozijnen vervangen en de ruiten in verband met de huidige isolatie-eisen voorzien van achterzetramen. ‘De bouwkundige staat was behoorlijk op peil, al troffen we meer houtworm aan dan aanvankelijk was voorzien,’ vertelt Frans van der Meij.’ Meer zorgen baarden hem de installaties. Die houd je in een monumentaal pand moeilijk uit het zicht. ‘Maar met vloerverwarming in plaats van radiatoren en een luchtsluis die van buiten onder de vloer naar de open haard loopt, is dit probleem grotendeels opgelost.’ Buiten blazen enkele metselaars hun handen warm. Ze hebben Linksboven | De schouw in de jachtkamer is een vierenhalf meter brede schouw. Voor de restauratie was deze nog open tot aan het dak. Ans heeft er nu haar leeshoek. Rechtsboven | De Makkumer tegeltjes horen bij het huis, maar hebben de tand des tijds niet helemaal doorstaan. Een deel is tijdens de leegstand uit het huis geroofd. De overige zijn tijdelijk verwijderd voor de restauratie. Daarbij gingen veel tegels kapot. De Müllers hebben ze weer netjes in elkaar gepuzzeld. De ontbrekende tegels zijn aangevuld met witjes. de topgevel opnieuw opgemetseld en zijn ze nu bezig met een andere klus. De muren staan op sommige plekken wel twaalf centimeter uit het lood. De opgave is ‘die bult’ terug te metselen tot ongeveer zeven centimeter. Nog altijd uit het lood, maar dat is niet erg, zegt Van der Meij geruststellend. ‘Geen enkel restauratiewerk heeft muren die nog in het lood staan. Hooguit in het huis zelf en dan gaat het meestal om een nieuwe tussenmuur.’