Restauratie Jachthuis Sint Hubertus, Park Hoge Veluwe
Alle vaklieden op dit project dienden zich de restauratiefilosofie eigen te maken. De restauratie van Berlages Gesamtkunstwerk vergde historisch besef van iedereen.
Het werk is in een slotstadium en voor de bouwkeet wordt een terreintje aangeharkt. Vanmiddag wordt bij de keet, onder een groot partydak, een varken aan het spit geroosterd voor alle vaklieden, die in de afgelopen 2 jaar hebben meegewerkt aan deze omvangrijke restauratie. Eddy de Veer, projectleider bij hoofdaannemer Nico de Bont BV laat graag het resultaat zien: “Er is hier in twee jaar tijd heel veel werk verzet. Lange tijd waren hier dagelijks vele mensen aan het werk, op piekmomenten tot wel 100 vaklieden. En dat alles in één huis, dat vraagt heel wat geduld en begrip. Technische installaties, zoals elektra, waterleidingen en centrale verwarming zijn gerenoveerd. Er zijn allerlei brandwerende maatregelen getroffen. En er is volop gerestaureerd aan metsel-, voeg-, lood- en leiwerk”.
Bijzonder
Een rondleiding door het huis illustreert goed waarom De Veer zo trots is: “Er is hier ongekend gedetailleerd gewerkt. Kranen, lichtarmaturen, deurklinken, je kunt het zo gek niet bedenken of het is gedemonteerd, schoongemaakt en hersteld. Daar waar nodig zijn replica’s gemaakt, die door kleuring precies het natuurlijke patina uitstralen en niet te onderscheiden zijn van de originelen. Dat geldt ook voor de 22.000 bakstenen, die zijn vervangen in de buitenschil. De nieuwe stenen zijn speciaal ontwikkeld voor dit project, het heeft maanden geduurd voor de juiste steen gebakken was. Na het aanbrengen is iedere steen secuur op kleur gebracht. Om aan te geven hoe ver we gingen; voor het voegwerk zijn 71 proeven opgezet. Ieder gevelvlak kent immers zijn eigen kleurschakering. De keramische tegeltje vloertegels zijn ook een verhaal apart. De prachtige mozaïekvloeren zijn kunstwerken op zich. Over ieder detail is nagedacht, ligging, schuining, kleur, glans. Dus zijn de vloeren gefotografeerd en gedocumenteerd en heeft herstel uiterst zorgvuldig, steentje voor steentje, plaatsgevonden. Er was een speciale commissie ingesteld, met daarin restauratiedeskundigen vanuit diverse instanties, om op belangrijke momenten tijdens het bouwproces tot historische verantwoorde keuzes te komen. Alle vaklieden voelden dat hier sprake was van een bijzonder project. Dat zij betrokken waren bij een totaalkunstwerk, dat tot in de puntjes precies terug gerestaureerd moest worden naar 1920”.
Hypermodern
“De installaties en de veiligheid vormden een zwaartepunt in het werk. Het huis was bij de oplevering in 1920 voor die tijd ultramodern. Nadat alle werkzaamheden in het voorjaar van 2014 zijn afgerond, zal het opnieuw als zeer vooruitstrevend te boek staan en dat naar de begrippen van de huidige tijd. De beheerder van het pand kan op afstand met zijn iPad het jachthuis nauwlettend in de gaten houden. Zo zijn in het hele huis onzichtbaar hele kleine aspiratiedetectoren aangebracht, die continu luchtmonsters nemen en een beginnende brand melden op een centraal systeem. De vluchtwegen worden uiteraard niet met de bekende groene lampjes aangegeven, dat zou het ‘Gesamtkunstwerk’ verstoren. In de vloeren zijn met LED-verlichting pijlen aangebracht, die door het speciaal ontwikkelde tapijt heen schijnen. De verlichting gaat alleen aan als het centrale systeem alarm slaat. Op de ruiten is UVwerende folie aangebracht; het interieur is museaal en wordt zo beschermd tegen daglicht. Overigens zijn alle leidingen in wanden en vloeren weggewerkt, hetgeen niet eenvoudig was, omdat in de bouwstijl ‘nieuwe zakelijkheid’ veel harde materialen worden gebruikt. En ook hier geldt weer dat ook het interieur onderdeel van het Gesamtkunstwerk is. Er was veel creativiteit nodig om het kunstwerk niet aan te tasten met het installatiewerk“.
Te kort
Begin april 2014 zal het project worden opgeleverd. De Veer blikt vooruit: “Ik ga dan naar een nieuw project in Breda, een herbestemming en restauratie van weer een bijzonder monument. Je weet dat je projecten qua uitvoeringstraject maar tijdelijk zijn. Maar als het gaat om Hubertus is dat toch wel erg jammer. Zo’n fantastisch werk als dit had best nog wel wat langer mogen duren…..”.